Geef mij maar lichtvoetigheid

geschreven door  en vertaald doorStijn Debrouwere

We tobben en we tobben over hoe we onderzoeks- en andere serieuze journalistiek levend kunnen houden, maar vergeten dat lichtvoetigheid soms de beste springplank biedt om mensen aan het denken te zetten. Lisa Williams werkt bij het Investigative News Network, daarvoor was ze CEO van Placeblogger en vorser bij het MIT Center for Civic Media.

Je vindt me vaak op conferenties. Ik breek er een lans voor de waarde van foto’s en filmpjes van katjes als journalistiek genre.

Ik ben ervan overtuigd dat dat soort, ahem, journalistiek – vaak geminacht want grootste gemene deler – precies is wat we nodig hebben om een omgeving te scheppen waarin moeilijke onderwerpen, serieuze onderwerpen het goed doen.

Ik bewonder journalisten zoals AC Thompson. Ik zal nooit van zijn kaliber zijn, maar eigenlijk is dat mijn ambitie niet – want ik weet waar ik goed in ben, wat mij bij geboorte is meegegeven.

Dames en heren, van mij krijg je entertainment.

En? Stiekem?

Ik geloof in lichtvoetigheid.

Dat was niet altijd zo. Ik ben lang intens gelovig geweest. Ik was ervan overtuigd dat als ik hard werkte, zelfs als ik het moeilijk had, en zelfs als het niemand wat kon schelen, zelfs niet als ik faalde… dat ik me daar allemaal geen zorgen in moest maken, want iemand daarboven had een notitieboekje bij de hand en keek goedkeurend neer op zoveel noeste arbeid.

Waarom ik niet langer geloof is een lang verhaal, maar op dat moment veranderde er iets.

Geluk, genot en plezier – niet in de verre toekomst maar nu meteen, vandaag – werd veel belangrijker voor mij. Ik begon als stoicijn en eindigde als epicureër.

En ik dacht, als de hemel op aarde de enige hemel is waar we op kunnen rekenen, dan steken we beter de handen uit de mouwen om die hemel te realiseren.

Dus nu doe ik dingen zoals rapporteren over de gemeenteraad met behulp van een stel poppen.

En om het terug over journalistiek te hebben – heel wat mensen proberen uit te vissen hoe je online een gemeenschap kan bouwen rond een nieuwsorganisatie, op hun site en op diensten zoals Facebook en Twitter. Twee belangrijke feiten: een hechte groep ontstaat niet wanneer mensen naar je site komen om met jou te babbelen – het is wanneer ze naar je site komen om met elkaar te babbelen. Twee: dat betekent dat ze nieuwsberichten gebruiken om elkaar aan het denken te zetten, te boeien, te irriteren en vrolijk te maken. Moest je mensen een stroom aan nieuwsberichten van de publieke radio voorleggen en hen vragen om berichten te delen waarvan ze denken dat die een vriend wat blijdschap kan brengen, wat zouden ze delen? Met wie? Iemand die een community wil opbouwen rond een nieuwsorganisatie zou heel wat kunnen leren van de antwoorden op die vragen, een community die niet enkel handelt in lichtvoetige stukken maar evenzeer werkt rond belangrijke kwesties.

Projecten die mensen gelukkig maken vind ik de interessantste. Projecten die mensen toelaten elkaar wat blijdschap te brengen, dat is nog beter.

Mijn kernpubliek – de perfecte gebruiker voor mij – is iemand met een brak mobieltje die al een eeuwigheid staat te wachten aan een bushokje in de bittere kou in februari. Ik wil dat die persoon zijn telefoon kan bovenhalen en altijd – ALTIJD – iets leuks vindt.

Want soms wil je gewoon iets om blij over te zijn, weet je?

We kunnen het internet gebruiken voor zoveel verschillende dingen. Ik wil het internet gebruiken zodat mensen elkaar gelukkig kunnen maken.

delen op twitter

Geef mij maar lichtvoetigheid debrouwere.org/6h door @stdbrouw 


 werkte vroeger voor de Guardian en tot voor kort bij het Tow Center for Digital Journalism. Deze blog handelt over programmeren en de toekomst van de journalistiek. Stijn is @stdbrouw op Twitter.