Een fundamentele omwenteling voor krantenwebsites

geschreven door  en vertaald doorStijn Debrouwere

Dit essay van Adrian Holovaty uit 2006 populariseerde eigenhandig het idee dat, online, een krant niet zomaar een hoop losse berichten mag zijn. Wat als in plaats daarvan een nieuwssite bestaat uit een reeks databanken: een voor misdaad, een voor politieke campagnes, een voor voetbal en een voor elk ander onderwerp dat belangrijk genoeg is om over te schrijven. Zo kan je verhalen niet enkel lezen maar ook visualiseren en vergelijken en doorzoeken en uitzoomen om het bredere plaatje te zien. Het was de inspiratie voor projecten als EveryBlock, Homicide Watch, PolitiFact, de geboorte van de news app, en een eerste glimp van wat een écht digitale journalistiek kan zijn.

Er deed onlangs een blogpost de ronde getiteld 9 Tips voor een Betere Nieuwswebsite. Ik schrijf tegenwoordig niet zo vaak meer over de online nieuwsindustrie als vroeger, maar dat artikel inspireerde me om wat orde te brengen in mijn huidige denken over hoe krantensites anders moeten. Ik geef je hier mijn mening over één fundamentele fundamentele en essentiële hervorming.

Over mezelf: ik heb een diploma journalistiek, for what it’s worth, en ik werk reeds voor krantenwebsites sinds 1998 (inclusief het studentenblad en stages). De sites: themaneater.com (stelt nu niet veel meer voor) van de Universiteit van Missouri, SuburbanChicagoNews.com, ajc.com in Atlanta, LJWorld.com / Lawrence.com in Lawrence, Kansas, en, sinds een jaar, washingtonpost.com.

De meeste van de puntjes in dat “9 Tips” stukje zijn ok, al zijn ze wel erg specifiek (“zorg dat je content werkt op mobiele telefoons en PDA‘s”) en trendy (tagging!) Niks mis mee – de online krantenindustrie kan elke vorm van advies goed gebruiken. Maar de industrie vereist een aantal fundamentele transformaties om te garanderen dat kranten essentiële bronnen van informatie blijven voor hun gemeenschappen.

Eén van die belangrijke transformaties is: Kranten moeten af van hun obsessie met het artikel.

Geconditioneerd door een journalistieke stijl en werkroutine die reeds decennia meegaat, zien krantenjournalisten hun primaire rol als volgt:

Het probleem daarmee is dat, voor heel wat soorten nieuws en informatie, een nieuwsbericht of reportage niet langer voldoet.

Zoveel van wat journalisten bijeensprokkelen dag in dag uit (zeker bij regionale kranten) is gestructureerde informatie: het soort informatie waar niet alleen jij en ik maar ook computers mee kunnen boetseren. Maar die informatie wordt gedestilleerd tot een blob, een amorfe tekstmassa – een artikel – dat je op geen enkele manier kan hergebruiken.

“Hergebruiken”?

Laat me dat even verduidelijken. Ik heb het niet over “Toon een artikel op een mobiele telefoon.” Ik heb het ook niet over “Toon een artikel op mijn PDA.” Beide zijn nobele doelen, maar je verandert daarmee eigenlijk enkel het formaat, niet de informatie zelf. Informatie hergebruiken en aggregeren is een ander verhaal, en het vereist dat informatie wordt opgeslagen als atomen – en in een machineleesbaar formaat.

Bijvoorbeeld, beeld je in dat een krant een artikel schrijft over een brand. Dat verhaal kunnen lezen op je telefoon is helemaal fine and dandy. Hoera, technologie! Maar wat ik echt wil kunnen doen is de ruwe feiten van dat verhaal verkennen, stuk per stuk, met bronverwijzingen en een infrastructuur die toelaat om de details van die brand – datum, tijd, plaats, slachtoffers, welk brandweerkorps, afstand van de dichtst bijzijnde kazerne, namen van de brandweerlui en hoeveel jaren ervaring ze elk hebben, hoe lang het duurde voor die brandweerlui ter plaatse waren – te vergelijken met details van andere branden. En latere branden, wanneer die plaatsvinden.

Dat bedoel ik met gestructureerde data: informatie die telkens dezelfde eigenschappen deelt. Elke brand heeft die eigenschappen, net zoals elke aangegeven misdaad heel wat eigenschappen heeft, en net als elk spelletje basketbal dat heeft.

Die drie voorbeelden bevatten overduidelijk een structuur, vooral omdat we ze zo gewend zijn. Mensen spelen reeds sinds mensheugnis met sportstatistieken. Mensen analyseren al een eeuwigheid misdaad.

Maar daar stopt het niet. Als je wat moeite doet en pluist eens na wat voor soort informatie journalisten verzamelen voor hun kranten, dan zal de hoeveelheid structuur meteen duidelijk worden. Als ik zo vrij mag zijn, hier een paar voorbeelden van websites waaraan ik meewerkte:

(Heel wat van de voorbeelden van de Washington Post uit 2005 en 2006 zijn helaas niet meer voorhanden – Stijn)

Zie je het thema? Heel wat van de informatie die kranten bijeenrapen, bevat onnoemelijk veel structuur. Je hebt enkel iemand nodig die de structuur ziet (da’s makkelijk) en iemand om die informatie dan ook effectief in een gestructureerd formaat te gaan opbergen (moeilijker).

Nu, ik begrijp waarom kranten deze aanpak maar druppelsgewijs accepteren. Journalisten zijn geen grote techneuten, geen grote innovatoren, en ze zijn een tikkeltje koppig als ze plots dingen anders moeten doen.

Eén barrière is een soort van journalistieke arrogantie: “Hoe kan je dit nou journalistiek noemen? Wij zijn journalisten, getraind om complexe informatie uit te leggen aan mensen op een begrijpelijke manier. Ruwe data weergeven helpt niemand; een artikel schrijven helpt wel, omdat je alles in klare taal giet.” Ik heb deze concepten (“journalistiek via computerprogrammeren”, het belang van machineleesbare data etc.) gepresenteerd op een aantal journalistieke conferenties, en onvermijdelijk stelt iemand me deze vragen.

Wel, ik heb een aantal antwoorden.

Eerst en vooral, de vraag of dit nu al dan niet journalistiek is, is academisch. Journalisten zouden zich minder zorgen moeten maken over wat wel en wat niet journalistiek is, en zouden zich meer zorgen moeten maken over onze missie om belangrijke, gedetailleerde informatie aan te bieden die nuttig is voor mensen en hen de wereld helpt begrijpen. Dat is wat een krant zou moeten zijn: een eerlijke kijk op actuele, belangrijke informatie voor een lezerspubliek.

Ten tweede is het belangrijk om in gedachte te houden dat ik geen alles-of-niks scenario voorstel; ik zeg helemaal niet dat kranten gigantische collecties aan data moeten worden, en het formaat van het artikel volledig achterwege moeten laten. Krantenartikels zijn fantastisch als je een verhaal te vertellen hebt, als je complexe kwesties moet analyseren en al dat soort dingen. Een artikel – een blubberige, amorfe massa tekst – is vaak de beste manier om concepten uit te leggen. De nuances van een natuurlijke taal krijg je niet zomaar in machineleesbare vorm gepropt. (Dit schrijven, hetgeen je op dit eigenste moment leest, is een prachtig voorbeeld van iets dat je niet zou kunnen vervangen door een databank.) Als ik zeg dat kranten moeten stoppen met steeds het narratieve centraal te stellen, storytelling als wereldbeeld, dan bedoel ik daarmee niet “kranten moeten stoppen met reportages schrijven.” De twee vormen van informatieverspreiding vullen elkaar mooi aan, en kunnen naast elkaar verderleven.

Maar journalistieke arrogantie is niet het enige probleem. De huidige software en organisatie van kranten en uitgevers ontmoedigt dit soort van “informatie opzij zetten” enorm. Bijna elk content management system van een krant dat ik ooit al heb gezien, beperkt zich zonder schaamte tot het artikel. Wil je evenementen online zetten in je nieuws-CMS? Dan moet je ‘t publiceren als een “nieuwsbericht” object. Wil je lijsten publiceren van recente misdaad in je stad? Hup, weeral “nieuwsbericht”. Er is niet veel dat Jan Reporter of zelfs An Redacteur Online daaraan kunnen doen, want oh wat hebben we toch al zoveel geld geïnvesteerd in ons systeem, en/of onze krant heeft helemaal geen computerprogrammeurs in dienst. (Dat houdt trouwens evenveel steek als een filmregisseur die weigert om cameramensen of filmmonteurs in te huren.)

Toen ik nog werkte voor LJWorld.com bouwden we daar een CMS van nul, om al deze verschillende soorten informatie afzonderlijk te kunnen behandelen. (En we maakten het web framework Django zodat we nieuwe soorten informatie snel de baas konden.) Maar, daarvoor, in ons oude CMS, was de nachtploeg (wiens job het was om alles van de gedrukte krant op het web te plaatsen) verplicht om al die verschillende genres aan berichtgeving in “artikels” te gieten. De “foto van de dag” uit de krant werd op die manier een artikel maar dan zonder tekst – enkel een foto. Onze On The Street rubriek werd gepubliceerd als een “nieuwsbericht” met een vraag, vier fotootjes en vier antwoorden van mensen op straat. Elk genre, gelijk wat, werd gepubliceerd als een artikel, ongeacht of het dat ook effectief was – eenvoudigweg omdat dat de enige mogelijkheid was binnen het systeem.

Een deel van het probleem is dat het zo subtiel is. Dat maakt het lastig voor mij, weet ik uit ervaring, om uit te leggen waarom het zo fout is om alles te bewaren als artikel. Journalisten zien het probleem niet altijd. Voor hen is een publicatiesysteem louter een gereedschap met één enkel doel: informatie tot bij de lezer brengen. Ze willen op een snelle en gestroomlijnde manier een hoop informatie X vastpakken en die dan publiceren op website Y. Het doel is niet om met propere data te eindigen – het doel is om data snel te kunnen publiceren, met bonuspunten voor een fijne gebruikersinterface.

Maar voor mij, als iemand die werkt met data, is de lange termijn hetgeen ertoe doet, en dat betekent dat mijn doel is om informatie op te slaan in het meest waardevolle formaat mogelijk. Het is erg frustrerend om het probleem uit te leggen omdat het niet meteen vanzelfsprekend is; als je alles op je website kwakt als een nieuwsbericht, dan maakt dat je website niet noodzakelijk minder gebruiksvriendelijk. Het is veeleer een kwestie van gemiste kansen. Als al je informatie in de “nieuwsbericht” mal opgeborgen zit, dan kan je niet zomaar even alle misdaad uit je databank halen en die weergeven op een stadskaart. Je kan er niet alle evenementen uitfilteren en die als een echte kalender publiceren. Je eindigt met de grootste gemene deler: een website die één soort inhoud kan weergeven, één grote blubber tekst. Die website kan geen enkele van de coole dingen doen die lezers beetje bij beetje gaan verwachten.

En dan is er het voordeel van serendipiteit. Toen ik voor LJWorld.com werkte, werkten we samen met de lokale weerman aan een online rubriek met de voorspellingen voor de komende paar dagen. Ik maakte een interface waar je via je browser de voorspelde minima en maxima alsook de bewolking en weersomstandigheden kon ingeven, allemaal opgeslagen als aparte velden in een databank. Er was weinig reden om aparte velden te gebruiken voor al die informatie behalve dan dat het design van de site vereiste dat de temperatuur in een ander kleurtje zou komen dan de weersomstandigheden, en het leek ons maar stom om aan de weerman te moeten vragen om foutloos overal HTML kleurcodes in te plakken. Een aantal maanden gaan voorbij, en dàn pas merkten we het echte voordeel van onze databank, tijdens het bouwen van een applicatie voor elke match en elk team in Little League baseball. Tijdens het ontwerpen van de matchpagina’s zei iemand van ons: “Weet je, het regent vaak tijdens die matchen. Het zou te gek zijn moesten we op één of andere manier de weersvoorspelling kunnen weergeven voor elk partijtje.” En, hup! Iemand in het team herinnerde zich dat we al die voorspellingen reeds hadden, in een formaat dat zich perfect leende tot hergebruik, met dank aan onze databank en aan onze weermannen. Tien minuten later had elke matchpagina de gepaste weersvoorspelling. Serendipiteit.

Tenslotte: sommige nieuwswebsites zijn actief op zoek naar mensen die ook op deze manier denken, en een aantal chefs online contacteerden me reeds om te vragen of ik mensen ken – alsjeblief, Adrian, je kent toch iemand! – die de technische vaardigheden hebben en de motivatie om hun kennis toe te passen op een krantenwebsite. Als je deze vaardigheden hebt: de industrie heeft je nodig.

delen op twitter

Een fundamentele omwenteling voor krantenwebsites  debrouwere.org/6i door @stdbrouw 


 werkte vroeger voor de Guardian en tot voor kort bij het Tow Center for Digital Journalism. Deze blog handelt over programmeren en de toekomst van de journalistiek. Stijn is @stdbrouw op Twitter.